De nieuwe functionele steden zijn opgericht met als belangrijk hoofddoel het oplossen van de problemen op het gebied van architectuur en stadsplanning van de ‘oude stad’, waarmee kon worden bijgedragen aan de verbetering van de levensomstandigheden van de grote massa van de meest behoeftigen. De homogene massa is inmiddels verdwenen en vervangen door een nieuwe massa, een veelzijdige massa, die net als in het verleden een betere leefomgeving verdienen. De realiteit is dat binnen deze samenleving verschillende groepen langs elkaar heen bewegen. Deze situatie leidt tot uitsluiting van groepen binnen het publieke domein, met als gevolg dat de mens zich verloren voelt in zijn eigen leefomgeving. Dit is in sterk contrast met oorspronkelijke gedachtegoed van Van Eesteren: “De functionele stad dient voor alle, maar dan ook werkelijk voor alle groepen van haar bevolking een aantrekkelijke woonplaats te zijn” Evenals het sociale dreigt ook de stedenbouwkundige context uiteen te vallen, de eens zo sterke eenheid brokkelt af door een bombardement aan ad hoc modificaties. Deze modificaties zijn plaatselijke impulsen, maar bieden geen structurele oplossing voor de teloorgang. De oplossing ligt echter niet verscholen in een strategie van kwaliteitsimpulsen op specifiek of lokaal niveau, genaamd the power of architecture maar ligt in een aanpak van de als eenheid ontworpen generiek onderlegger het fundament van de westelijke tuinsteden. Dit onderliggend fundament wordt gevormd door het aanwezige raamwerk van de functionele stad, dat bestaat uit een combinatie van een helder grid, een uniek ensemble van ruimtelijke enveloppen en een schakering en gradatie van openbaar groen. Juist dit raamwerk is de afgelopen decennia afgebrokkeld. De eens vloeiende openbare ruimte is verworden tot een verzameling van geïsoleerde plekken zonder betekenis. Door onduidelijke grenzen binnen het aanwezige groen, is de oorspronkelijke heldere gradatie tussen openbaar en privé verdwenen. De structuur van de openbare ruimte is onvoldoende ingericht op de veelzijdige massa, die vraagt om plekken met een eigen identiteit.
stedenbouwkundige strategie Overtoomse veld
De gekozen strategie gaat uit van verbindingen en plekken, van bewegen en verblijven. Van Eesterens raamwerk krijgt een nieuwe ordening op basis van uitgangspunten die aansluiten bij de veranderende wereld. Het nieuwe raamwerk is meer georiënteerd op het individu en wordt opgebouwd uit een een schakering van verschillende publieke plekken binnen de vloeiende openbare ruimte, als nieuwe representanten van de veelzijdige massa. Het eenzijdig georiënteerde (auto) netwerk wordt verrijkt met een netwerk dat inspeelt op de voetganger en fietser, deze netwerken worden in de traditie van de CIAM gescheiden. Binnen het nieuwe netwerk worden oude zichtlijnen en assen hersteld en enkele nieuwe worden toegevoegd waardoor Overtoomse veld eindelijk uit haar isolement wordt gehaald. In structuur van de openbare ruimte wordt de duidelijke gradatie hersteld: de binnenhoven worden geconserveerd als woongroen en worden zichtbaar en functioneel omsloten door het nieuwe raamwerk. Hierdoor krijgen de binnenhoven een besloten karakter en functioneren als tuinen aan de route. Als laatste worden de bebouwingsenveloppen vastgesteld, waarbinnen een gedifferentieerde aanbod opbouw van woningtypologieën mogelijk is en de plinten beter aansluiten op het nieuw ontworpen maaiveld. Het plan is uitgewerkt als een verhalende route door de nieuwe tuinstad. Een route die een verscheidenheid van plekken plekken aandoet binnen het nieuwe publieke landschap en op beschouwende wijze het verhaal van de tuinstad vertelt. De hoofdader van de route vormt de verbinding tussen oude en nieuwe stad, tussen Rembrandtpark en Sloterplas. Eindeloze repetitie en oude zichtlijnen worden ingezet om te verbinden, contrasten tussen leegte en omslotenheid zorgen voor een aangenaam spanningsveld binnen de openbare ruimte. De plinten worden weer onderdeel van het publieke landschap en zorgen dat de openbare ruimte vloeit. Eindelijk wordt van Eesterens droom over groene verbindingen tussen parken en tuinen werkelijkheid en vormt daarbij het fundament, voor een nieuwe massa, voor de nieuwe stad.
plattegrond August Allebe Plein Amsterdam